Jaarlijks wordt de “Docent van het jaar” – prijs uitgereikt aan de TU Delft voor de opleiding Klinische Technologie. Afgelopen jaar vielen twee LUMC docenten in de prijzen: Erik van den Akker (Biomedical Data Sciences) en Jochem Nagels (Orthopedie).

Docenten van het jaar

Erik van den Akker (l) en Jochem Nagels (r)

Kun je iets over jezelf vertellen? Hoe ben je bij Klinische Technologie gekomen?

Erik: Al tijdens mijn studie ben ik zeer geïnteresseerd geraakt in de analyse van moleculaire data en toepassingen voor klinisch of fundamenteel onderzoek. In mijn huidige rol als staflid van het Leiden Computational Biology Center en het Leiden Center for Computational Oncology probeer ik in verschillende projecten in multidisciplinair verband innovatieve analyse technieken toe te passen op klinische data, bijvoorbeeld voor algoritme ontwikkeling voor moleculaire subclassificatie van patienten met Acute Myeloïde Leukemie (met Prof. Hendrik Veelken; Hematologie).
Jochem: Sinds lange tijd ben ik geïnteresseerd in biologie en techniek. Na mijn studie geneeskunde en voor mijn opleiding tot orthopedisch chirurg heb ik onderzoek gedaan vanuit het LUMC (toen nog AZL) samen met de TUDelft aangaande de kinematica van de schoudergordel. Bij de start van de studie klinische technologie, toen het curriculum moest worden ontwikkeld, werd ik vanwege mijn achtergrond gevraagd om het onderwijs voor het bewegingsapparaat vorm te geven. In de afgelopen jaren heb ik dat, mede door de goede samenwerking met de collega’s van de TU-Delft en het Erasmus MC, kunnen ontwikkelen tot 2 bachelor blokken waarbij de medisch-technische integratie goed tot stand gekomen is.

Welk vak geef je binnen Klinische Technologie – waar je de prijs voor hebt mogen ontvangen?

Erik: Samen met Marcel Reinders geef ik al enkele jaren het derdejaarsvak ‘Bioinformatica’ van de Bachelor van Klinische Technologie. Tijdens onze colleges leren de studenten data science technieken hoe je grote moleculaire data bronnen analyseert en deze databronnen kunt gebruiken om bijvoorbeeld voorspellingen te maken over patienten met verschillende typen kanker.
Jochem: Sinds de start van de studie Klinische technologie ben ik als blok coördinator verantwoordelijk voor de eerste en tweedejaars blokken “Spierskeletsysteem en Biomechanica 1 en 2”, waarin de studenten Klinische Technologie de functionele anatomie en pathologie van het bewegingsapparaat van de mens en de biomechanica aan de hand van de wetten van Newton onder de knie krijgen.

En waarom heb je gewonnen?

Erik: Dat is voor mij een beetje gissen. Enerzijds is het voor de studenten een eye-opener dat we in de huidige situatie voor iedere leukemiepatiënt standaard een genomische data analyse wordt uitgevoerd bij het opstellen van het optimale behandelplan, anderzijds krijgen ze een beter beeld van de complexiteiten en valkuilen bij het doen van dergelijke analyses en worden ze gaandeweg bewust dat er nog een heleboel werk te doen is.
Jochem: Ik weet niet precies waar naar wordt gekeken voor deze verkiezing, maar ik denk dat een opmerking die een student op het stemformulier had geschreven en welke ook bij de prijsuitreiking werd genoemd alles zegt: “Bij deze docent ga ik na een uur college met meer energie naar buiten, dan waarmee ik naar binnen ging….”. Een groter compliment kan een docent denk ik niet krijgen en daar krijg ik op mijn beurt dan weer heel veel energie van!

Wat zou je vanuit je eigen ervaring kunnen meegeven hoe succesvol KT-onderwijs kan leiden tot mooie techmed innovaties?

Erik: Ik zie de eerste studenten die stage hebben gelopen op onze afdeling aan een PhD traject beginnen. Super leuk om te zien dat data science technieken ook weer in nieuwe klinische projecten worden toegepast!
Jochem: Een goed voorbeeld van innovatie is het 3D genavigeerd opereren van bekkentumoren. Oorspronkelijk zijn deze 3D navigatiesystemen alleen ontwikkeld voor wervelkolom chirurgie. Dankzij een KT-er, die geholpen heeft met het opstarten en implementeren van 3D navigatie tijdens bekkenoperaties, is dit nu een vast onderdeel van onze operatietechnieken geworden, die nu door de medische staf zonder problemen zelfstandig kan worden toegepast.

Voor diegenen die niet (heel) bekend zijn met Klinische Technologie– wat zou je hun willen meegeven?

Erik: In onze huidige wereld komen er in toenemende mate kennis en technologie beschikbaar die van nut kunnen zijn in de zorg. Een steeds groter gedeelte van deze innovaties gaat over het systematisch vergaren en analyseren van klinische data. Wanneer kan en mag dergelijke informatie nu eigenlijk worden toegepast in de kliniek? Klinisch technologen zijn enerzijds thuis in het klinisch denken, maar hebben anderzijds ook geleerd over de mogelijkheden en limitaties van dergelijke nieuwe technologie, de ethische overwegingen en hoe dit te implementeren. Onmisbaar als we willen blijven innoveren in de zorg!
Jochem: De klinisch technoloog is essentieel om technische innovaties op doelmatige en patiëntveilige manier in de medische praktijk te implementeren, of juist te zorgen dat dit niet gebeurd als dit niet aan deze twee voorwaarden voldoen. De Klinisch Technoloog kan dus een gewogen oordeel geven over het nut van medisch-technische innovaties en is daarom onmisbaar voor de toekomst van de zorg.