1B505FF2-E0AB-42D7-B09F-D2EC54351179.jpeg

Afgestudeerd klinisch technoloog Fleur Brouwer werkt als fellow in het LUMC. “Zie het als een soort kennismaking”, vertelt Jos van der Hage, hoogleraar Heelkunde in het LUMC. “Niet alleen voor de klinisch technoloog, maar ook voor het ziekenhuis met de beroepsgroep.

”Het vak van de klinisch technoloog is relatief nieuw. De beroepsgroep is dan ook nog niet zo groot in het LUMC. Wel is de verwachting dat hier verandering in komt. Met steeds meer technische innovaties in de zorg, wordt de vraag steeds groter naar professionals die een brugfunctie kunnen vervullen tussen technologie en de patiëntenzorg. Een uitgebreide kennismaking vanuit het ziekenhuis met het vak van de klinisch technoloog is volgens de Van der Hage daarom broodnodig.

>
Ziekenhuizen moeten eerst het vak van de klinisch technoloog begrijpen om het optimaal te kunnen benutten.
— Jos van der Hage

Meerwaarde van de klinisch technoloog

Als opleidingsdirecteur van het Leidse deel van de masteropleiding is anesthesioloog-intensiviste Sesmu Arbous intensief betrokken bij het fellowship-project van Fleur. Net zoals Van der Hage vindt zij dat klinisch technologen meer zichtbaar mogen worden in het LUMC. “Binnen de ziekenhuisorganisatie is er momenteel nog te weinig kennis om de meerwaarde deze relatief nieuwe professionals te zien en de mogelijkheden van het werken met een klinisch technoloog te benutten. Dat is zonde en daar willen we graag verandering in brengen”, vertelt ze.

Klinisch technologen implementeren in werkprocessen

Het fellowship is bewust zo opgezet dat de beginnend klinisch technologen aan het werk gaan op verschillende afdelingen. “Op die manier raken divisies en afdelingen in het LUMC vertrouwd met het werk van de klinisch technoloog”, legt Arbous uit. “Daarnaast biedt het afdelingen op de langere termijn ruimte om klinisch technologen te implementeren binnen de eigen werkprocessen”, voegt Van der Hage toe.

Als voorbeeld wijst Van der Hage naar de Intensive Care, waar verschillende Klinisch Technologen zich tijdens de coronaperiode al bezig hebben gehouden met het optimaliseren van de beademingsapparatuur. Maar ook elders in het LUMC zijn Klinisch Technologen al actief. “Op verschillende afdelingen houden ze zich bijvoorbeeld bezig met het maken van 3D-proteses, die direct in de patiëntenzorg gebruikt kunnen worden.”

Pionieren binnen de patiëntenzorg

Wat doen klinisch technologen dan eigenlijk precies? Fleur Brouwer kan daar meer over vertellen. Tijdens haar eerste twee maanden loopt ze voornamelijk mee op de IC, met de perfusie op OK en met de LVAD-zorg. Op haar nieuwe werkplek ziet ze een sterke wisselwerking tussen complexe academische patiëntenzorg en innovatieve technologie.

“Dit is vooral goed merkbaar bij patiënten die we moeten behandelen na een cardio-chirurgische ingreep of een reanimatie”, legt ze uit. Nog een ander goed voorbeeld is te zien bij patiënten met een slechte cardiale functie. “Bij deze patiënten is het belangrijk dat de monitoring goed verloopt en dat het hart en de circulatie van het hele lichaam optimaal ondersteund worden. Daar kan de klinisch technoloog echt aan bijdragen.”

Ze legt graag uit hoe dit werkt. “Een van de hoofddoelen bij de monitoring en behandeling van deze patiënten is het voorkomen of zo snel mogelijk oplossen van circulatoire shock. Als klinisch technoloog werk ik bijvoorbeeld aan een apparaat waarmee we de microcirculatie kunnen monitoren. De metingen en analyses hierbij voer ik zelf uit. Op deze manier kan ik mijn bevindingen delen en mogelijk een advies uitbrengen aan het behandelteam.”

Ook participeert ze onder strikte supervisie van een arts in de patiëntenzorg. “Ik leer nu bijvoorbeeld over hemodynamische monitoring en ondersteuning op de Intensive Care en tijdens thorax operaties. Door actief te zijn binnen verschillende disciplines ben ik zowel een pionier als een bruggenbouwer op de afdelingen.