Timo Oosterveer.jpg

“Mijn baan is het beste van twee werelden”

TImo Oosterveer Msc

Timo Oosterveer startte onlangs als klinisch technoloog op de afdeling Radiologie. Ondanks dat hij van jongs af aan zeker wist dat hij de studie Geneeskunde wilde volgen, besloot hij aan een nieuwe studie in Delft te beginnen: Klinische Technologie. Nog steeds is hij blij met zijn keuze. “Ik heb nu het beste van twee werelden.”

Allereerst, hoe ben je bij het LUMC terechtgekomen?
“Ik volgde de studie Klinische Technologie in Delft die in samenwerking met het LUMC en Erasmus MC wordt verzorgd. Ik liep in totaal vijf keer stage, waaronder vier stages in het LUMC. Toen ik na mijn studie de vacature voorbij zag komen, wist ik precies waar ik terechtkwam, want ik heb ook op deze afdeling stage gelopen.”

Eerst was je er stagiair, nu klinisch technoloog. Wat houdt je baan in?
“Ik ben nu PhD-kandidaat en ga de komende vier jaar onderzoek doen voor de afdeling Interventie Radiologie. Deze afdeling houdt zich bezig met minimaal invasieve beeldgestuurde behandelingen. De studie waar ik mij op richt is de behandeling van levertumoren. Zo wordt er nu, als alternatief voor chirurgie, een naald door de huid in de tumor gebracht, waarbij de tumor wordt weggebrand. Je kunt niet direct in de patiënt kijken en bent dus volledig afhankelijk van beeldvorming. Na de behandeling gaat de patiënt onder de CT-scan en kijken we of de tumor weg is en of we een ruime marge om de tumor heen hebben weggebrand. Ook doe ik onderzoek naar de effecten van deze behandeling: wat is de kans dat de tumor terugkeert? En hoe kunnen we deze behandeling nog efficiënter maken? Maar voordat we überhaupt met de studie kunnen beginnen, is de eerste stap het schrijven van een onderzoeksvoorstel voor de METC. Daar ben ik momenteel mee bezig.”

Je geeft aan dat jouw baan ‘het beste van twee werelden’ is, waarom?
“In mijn functie komen zowel technische als medische componenten naar voren. Zo werk ik samen met de artsen die de interventies uitvoeren. Zij willen de behandeling zo goed mogelijk uitvoeren en ook verder optimaliseren. Dit vraagt kennis van geavanceerde beeldverwerking, waarbij mijn technische kennis relevant is. Hierbij werk ik dan weer nauw samen met het Lab voor Klinische en Experimentele Beeldverwerking (LKEB). Mijn collega’s uit dit lab ontwikkelen software om analyses te kunnen doen en met elkaar kijken we hoe dit nog beter kan. Daarnaast werk ik tijdens mijn onderzoek ook samen met onderzoeksmedewerkers en verpleegkundigen. Kortom, ik ben de verbindende factor tussen verschillende en uiteenlopende disciplines, waarbij zowel mijn medische als technische kennis uitstekend van pas komt. Ik krijg hier veel energie van.”

Klinkt uitdagend, deze twee werelden verbinden. Hoe word je hier op voorbereid?
”Tijdens mijn studie kreeg ik vakken vanuit deelgebieden binnen de geneeskunde, technische wetenschappen en informatica. Klinisch technologen zijn daarom vaak te vinden op afdelingen waar techniek en geneeskunde samenkomt. Dit kan direct de patiëntenzorg zijn, onderzoek of een combinatie van beide. Tijdens de master loop je twee jaar stage, een soort coschappen. Deze stages liggen niet vast, zoals bij Geneeskunde, waardoor je dus zelf richting (soort specialisatie) kan geven aan je eigen profiel als klinisch technoloog. Een afgestudeerd klinisch technoloog is dan ook niet vanzelfsprekend op elke afdeling inzetbaar, dit hangt namelijk af van de gekozen richting en stages tijdens de opleiding. Tijdens mijn stages heb ik me met name gefocust op de interventiekant, denk aan chirurgische afdelingen, de interventiecardiologie en interventieradiologie. De opgedane kennis tijdens mijn stages kan ik nu goed toepassen in mijn huidige functie.”